‘Ho(l)f’ ter Hille: vijf historische weetjes
1. De oude hoevewoning waar nu het clubhuis gevestigd is, dateert van 1642-1644. Nog heel wat authentieke bouwelementen bleven intact na de renovatie. Zoals de eiken balken aan het plafond in de woonruimte, het tongewelf van de kelder of het dakgebinte van de zolder in iep of olm. Niet alles is zichtbaar voor het publiek, maar als je in de golfshop gaat, sta je eigenlijk in de oude woonruimte.
2. Tijdens de opgravingswerken op Ter Hille werd er een kolfslof gevonden. De voorloper van een clubhoofd, dat is het onderste gedeelte van een golfclub. Het stuk dateert uit de eerste helft van de 16de eeuw. Alsof het golfen er voorbestemd was! Je kan het stuk bewonderen in het huidige clubhuis, samen met nog enkele andere archeologische vondsten die er tentoongesteld worden.
3. Op het golfterrein zelf vind je de legendarische ‘duivelsput’. Hole 18 van de Langeleedcourse kreeg zelfs de naam ‘Devil’s hole’. Verschillende kronieken en verhalen geven aan hoe duister en onheilspellend deze plek wel was: in deze “bodemloze put” verdween alles wat je er maar in gooide! Ook de koets van de eigenaars van hof ter Hille (of was het een gravin?) en zelfs een pastoor. Maar was dat wel zo? Archeologisch onderzoek, gevoerd net voor de aanleg van het golfterrein, leverde daarvan geen bewijs noch sporen! Er werd wel heel wat puin en ander afval teruggevonden uit de late 19de- en eerste helft 20ste eeuw, wat erop wijst dat men verwoede pogingen heeft ondernomen om de put te dichten. En mét succes, want omstreeks 1960 bleven daar enkel nog herinneringen van over. Bij de aanleg van het golfterrein werd de put terug een beetje de moerassige put van weleer…
4. Het domein heette niet altijd ‘Ter Hille’. Die naam, verwijzend naar de duinen, kennen we pas vanaf late 16de- en 17de eeuw. Hoe de plek daarvoor heette? In de 14de eeuw dook de naam ‘Hof Pikegny’ regelmatig op, genoemd naar de toenmalige eigenaar (de Picardische edelman Ferri de Picquigny). Ook de naam ‘Pharis’, wat ‘vuurtoren’ betekent, was in de middeleeuwen een veelvoorkomende benaming. Was er dan ooit een vuurtoren op Ter Hille? Dat is geen gekke denkpiste want de zee, de zeedijk en zelfs de aanlegsteigers voor boten lagen vroeger dichter bij Hof ter Hille dan vandaag het geval.
5. Het hof werd aangekocht door de Duinenabdij in 1342 en werd gebruikt als pachthoeve. Het was een typische middeleeuwse hoeve, opgedeeld in een residentieel gedeelte en een voor de bedrijfsactiviteiten. Rond het hof lag een brede gracht om nieuwsgierigen buiten te houden en dieren binnen te houden. Ten Duinen was één van de big five onder de abdijen in middeleeuws Vlaanderen. Op haar hoogtepunt, ca. 1300, had de abdij 10.000 hectare grondbezit, vandaag verdeeld over vier landen; Nederland, België, Frankrijk en Engeland.